Velours, het Franse woord voor fluweel, maar eigenlijk bestaat er een klein verschil tussen beide.
Bij fluweel
worden kleine lusjes zo geweven waardoor aan de bovenkant een zachte, glanzende
stof ontstaat van korte opstaande pluizige polen. Het doorsnijden van die
lusjes om zo korte ‘haartjes’ te creëren is een optie. Een techniek die
ontstaan is in Azië. In het Engels ook wel velvet genoemd.
Velours
werd iets later in Frankrijk ‘uitgevonden’. Het is een gesneden variant van
fluweel. De poollussen worden heel zacht los gesneden, getrokken, daardoor is
velours net is minder glanzend dan fluweel. Het is vaak ook zwaarder van
gewicht en wordt veelal gebruikt voor confectie van gordijnen en het bekleden
van meubels. Het is wat flexibeler dan fluweel, en daardoor perfect geschikt
hiervoor.
Het is al
lang geen geheim meer, velours kent zijn grote retour. Een van de grootste
najaarstrends vorig jaar op gebied van mode, maar nu ook helemaal hot in je
interieur.
Succes
gegarandeerd